Het toevoegen van hulpstoffen aan voedsel geeft aan dat het zwaar bewerkt is en eigenlijk sowieso het best vermeden kan worden. Bewerkt voedsel gedraagt zich in het lichaam niet natuurlijk en kan daardoor processen beschadigen omdat het lichaam niet is ingesteld op kunstmatige voeding. Van de meer dan 1000 e-stoffen hebben we er 10 geselecteerd die je beter kunt mijden:
E102 – Tartrazine (gele kleurstof)
Deze stof wordt vooral toegevoegd aan advocaat en bakkersroom die je in taarten en tompoucen aantreft. Normaal gesproken gebruikt men hiervoor echte eieren, maar dit is een dure grondstof en minder lang houdbaar. Dit is dus vooral leuk voor de portemonnee van de bakker en minder voor je gezondheid want de klachten die dit spul kan oproepen kunnen bij sommige mensen heftig zijn: de productie van histamine kan worden gestimuleerd waardoor allergische reacties kunnen worden versterkt. Daarnaast kan het zorgen voor netelroos en astma aanvallen.
E120 – Cochenile rood (kleurstof)
Dit is de rode kleurstof afkomstig van geplette schildluizen. Deze luizen hebben van nature karmozijn in hun bloed, wat zorgt voor de dieprode kleur. Deze stof wordt aan erg veel snoep toegevoegd, maar de bekendste zijn toch wel M&M’s en Fristi. Van deze stof is het bekend dat het bij kinderen hyperactiviteit kan aanjagen.
E211: Natriumbenzoaat (conserveermiddel)
Wordt veel toegepast om producten zoals Cocos melk en sambal langer houdbaar te maken. Werd voorheen in Cola toegepast, maar The Coca Cola Company besloot deze stof uit de receptuur te verwijderen nadat de stof in opspraak was geraakt. Benzoaat komt van nature voor in de meeste soorten fruit, vooral in bessen. Benzoaten komen ook voor in champignons, kaneel, kruidnagel en zuivelproducten (door bacteriële fermentatie). Commercieel wordt het chemisch gemaakt uit tolueeen en is ook meteen de soort die we moeten mijden. De chemische variant kan onder meer leiden tot schade aan het DNA en hyperactiviteit.